Op maandag 27 mei ontving Vlaams Minister Schauvliege, bevoegd voor Leefmilieu en Natuur, Minister Remmel, haar collega uit Noordrijn-Westfalen in haar kantoor te Brussel. De Ministers wisselden van gedachten rond luchtkwaliteit, klimaatsverandering en milieueffectenbeoordeling. Beide regio’s onderhouden sinds jaren een sterke band op vlak van leefmilieu en natuur, een trend die zich zeker in de toekomst zal verderzetten.
Doordat zowel Vlaanderen als de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen veel industrie, transport en landbouw kennen, delen de regio’s niet zelden dezelfde problemen. Een van deze kwesties is de luchtkwaliteit, een zaak die traditiegetrouw hoog op de agenda staat bij ontmoetingen tussen de twee regio’s. In dit verband bespraken de minister de Europese richtlijn inzake luchtkwaliteit. Minister Schauvliege lichtte het Vlaamse luchtkwaliteitsplan toe waarin een aantal maatregelen staan opgenomen die betrekking hebben op verkeer, scheepvaart, huishoudens en industriële emissies. Minister Remmel uitte zijn interesse voor het Vlaamse beleid inzake binnenscheepvaart en elektrische wagens, waardoor beide partijen overeenkwamen om elkaars experten te informeren wanneer er concrete stappen genomen worden in deze dossiers.
Een ander thema dat besproken werd is de gedeelde uitdaging van de klimaatsverandering. Minister Remmel legde uit dat er in Noordrijn-Westfalen een wet van kracht is die actie hierrond wil stimuleren en drukte zijn ambitie uit om een pioniersrol te spelen op dit vlak. In Vlaanderen zullen de Kyoto-doelstellingen gehaald worden met behulp van het Vlaams Klimaatbeleidsplan, dat bestaat uit zowel een mitigatie – als een adaptatieplan. Minister Remmel zal zijn Vlaamse collega uitnodigen om het Vlaamse klimaatbeleid toe te lichten tijdens een event dat in december in Noordrijn-Westfalen georganiseerd wordt.
Beide ministers wisselden ook van gedachten over de wijziging van de Europese richtlijn inzake milieueffectbeoordeling. Deze richtlijn wil bijdragen tot de integratie van milieuoverwegingen in de voorbereiding van projecten, plannen en programma’s om zo de impact ervan op het milieu zoveel mogelijk te beperken. De ministers delen de overtuiging dat de richtlijn vereenvoudigd moet worden en dat de aangepaste richtlijn minder tijdrovend en ingewikkeld moet zijn dan de huidige.
Vervolgens benadrukte minister Schauvliege haar steun voor projecten in het kader van ‘Groen in de stad’. Het belang van groen in de steden is immers enorm. Het verbetert de gezondheid van mensen alsook het lokale klimaat, daarnaast bevordert het ook sociale contacten. Bovendien wordt ook de economische waarde van groene steden steeds meer gewaardeerd.
Minister Schauvliege en minister Remmel waren het ten slotte eens over het belang van informatie-uitwisseling tussen beide partijen. De uitwisseling van elkaars best practices zal zo in de toekomst zeker worden verdergezet.