6 februari is “International Day of Zero Tolerance for Female Genital Mutilation”. Vrouwenbesnijdenis en genitale verminking (FGM) bij vrouwen blijft voornamelijk in Afrika een groot probleem. Maar ook in Vlaanderen moeten we alert blijven. Deze praktijken geven de grote ongelijkheid tussen de geslachten weer, waarbij meisjes en jonge vrouwen zwaar gediscrimineerd worden. In gemeenschappen waar genitale verminking bij vrouwen voorkomt, zijn de kansen voor jonge vrouwen op onderwijs, ontwikkeling en gezondheidszorg klein tot onbestaand.
UNFPA, het VN Bevolkingsagentschap, en UNICEF richten zich met een uitgebreid programma voor het einde van FGM op 17 Afrikaanse landen. Mozambique, een van de Vlaamse partnerlanden in de ontwikkelingssamenwerking, hoort hier niet bij, wat de aanwezigheid van deze praktijken in het land echter niet uitsluit. Wat wel duidelijk is, is dat er ook in Mozambique nood is aan veel meer aandacht voor de seksuele en reproductieve gezondheid van meisjes en jonge vrouwen. Kindhuwelijken en tienerzwangerschappen maken deel uit van het dagelijkse leven in besloten rurale gemeenschappen in Mozambique. Deze zwangerschappen bij te jonge, fysiek onvolgroeide meisjes leiden vaak tot ernstige chronische aandoeningen zoals fistels maar ook tot een hoog aantal sterfgevallen onder deze meisjes en hun borelingen.
Op dit ogenblik ligt een nieuw samenwerkingsovereenkomst tussen Mozambique en Vlaanderen ter ondertekening voor aan de Vlaamse Regering. Daarbinnen leggen beide partners opnieuw een duidelijke focus op seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, maar ditmaal specifiek voor adolescente meisjes.
De Vlaamse overheid blijft ook onderzoek naar reproductieve gezondheid ondersteunen via HRP, het speciale programma hiervoor binnen de Wereldgezondheidsorganisatie dat de problematiek van FGM wereldwijd opvolgt. Seksuele en reproductieve gezondheid is tot de dag van vandaag over de hele wereld verbonden met de basisrechten van de vrouw; zelfbeschikking over je lichaam, recht op (zelf)ontwikkeling en toegang tot onderwijs om slechts enkele te noemen. Met de razendsnelle verspreiding van het Zika-virus, komen deze rechten ook in onze Westerse wereld weer ter sprake. Als blijkt dat het Zika-virus zich niet enkel via muggen maar ook via seksueel contact kan verspreiden, zullen er wereldwijd sterke maatregelen moeten genomen worden. Zal daarbij rekening gehouden worden met vrouwenrechten? Kunnen en mogen vrouwen zelf beslissen om hun zwangerschap al dan niet uit te stellen? Hebben zij recht of toegang tot veilige abortus? Is er voldoende voorlichting over de aard van de aandoening, de reële risico’s en mechanismes van besmetting, anticonceptiemiddelen en vruchtbaarheid? HRP zal een fundamentele bijdrage moeten leveren om deze vragen op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten vanuit medisch maar zeker ook psychosociale hoek te beantwoorden.