Op 16 juni ondertekenden Minister-president Geert Bourgeois en UNRWA Commissaris-generaal Pierre Krähenbühl een nieuwe overeenkomst, die een kader biedt voor de Vlaamse steun aan UNRWA voor de periode 2016-2018. De Vlaamse Regering maakt hiervoor 450.000 euro vrij.
UNRWA, het Agentschap van de Verenigde Naties voor Hulp en Werken voor Palestijnse vluchtelingen in het Nabije Oosten, biedt humanitaire hulp aan zo’n 5 miljoen Palestijnen, verspreid over vluchtelingenkampen in Gaza, de Westelijke Jordaanoever, Syrië, Libanon en Jordanië. Via onderwijs, gezondheidszorg, sociale bijstand, infrastructuur, gemeenschapsondersteuning en microfinanciering werkt het agentschap mee aan de stabiliteit en ontwikkeling voor de regio.
De steun aan UNRWA kadert in de ambitie van de Vlaamse Regering om bij te dragen tot een meer democratische en vreedzame wereldorde waarin de mensenrechten beter worden nageleefd. De overeenkomst past ook in het streven naar een meer gefocuste en duurzame samenwerking met een aantal welgekozen multilaterale organisaties.
Verder is er in de overeenkomst aandacht voor stages van Vlaamse jongeren bij UNRWA met financiering via het Flanders Trainee Programme. Er zal ook bekeken worden of de samenwerking uitgebreid kan worden naar andere domeinen zoals wetenschappelijk onderzoek.
Minister-president Bourgeois: “Vlaanderen onderschrijft de vitale rol van UNRWA voor de menselijke ontwikkeling van de Palestijnse vluchtelingen. Tijdens de recente crisissen heeft het agentschap eens te meer bewezen dat het snel en efficiënt inspeelt op de grootste humanitaire noden. Ons partnerschap met UNRWA is dan ook op de eerste plaats een investering in vrede.”
UNRWA Commissaris-Generaal Pierre Krähenbühl prees Vlaanderen als een betrouwbare donor die de afgelopen tien jaar meer dan 2,5 miljoen euro heeft bijgedragen om de levenskwaliteit van de Palestijnse vluchtelingen te verbeteren: “I am deeply grateful to the Government of Flanders for their dedication to improving the living conditions of Palestine refugees and for their repeated commitment to do so in a focused, sustainable and predictable manner.”