Vlaanderen is centraal gelegen in West-Europa en beschikt als logistieke draaischijf voor Europa over een dicht netwerk van wegen, spoorwegen, waterwegen, havens en luchthavens, wat een onmiskenbare troef is voor de Vlaamse economie. Onze buurlanden spelen een belangrijke rol in deze strategische positie. Vlaamse mobiliteitsdossiers met een internationale dimensie maken dan ook een cruciaal deel uit van het Vlaams buitenlands beleid.
Zo is het uiterst belangrijk voor de internationale concurrentiepositie van de Vlaamse economie en voor de Vlaamse handel dat de bereikbaarheid van de Vlaamse zeehavens verzekerd blijft en dat de focus op een vlotte mobiliteit (weg, spoor, water, lucht) niet uit het oog verloren wordt. De ontsluiting van de luchthaven van Zaventem is hierbij een belangrijk dossier. Een betere internationale ontsluiting van onze zeehavens en een vlottere mobiliteit vergt een optimale samenwerking met de andere gewesten, de federale overheid, de buurregio’s en -landen en de EU. Belangrijke uitdagingen in de samenwerking met Nederland en Noordrijn-Westfalen zijn de aanpak van de verkeerscongestie op de weg en de voltooiing van de IJzeren Rijn voor een betere ontsluiting van onze zeehavens. Bij de uitbouw en versterking van het Vlaamse waterwegennet ligt de focus op o.m. de Seine-Scheldeverbinding met Frankrijk en een sluis voor een verbeterde toegang tot het kanaal Gent-Terneuzen. Ook de Westerschelde en de TEN-T-projecten maken hier deel van uit.